|
Advocatenkantoor Mr. W. Nass
|
|
Menu |
|
|
|
|
|
|
6 oktober 2008
Kamervragen over beëindiging huur bij executoriale verkoop woning
Het lid van de Tweede Kamer Paulus Jansen heeft aan minister Vogelaar vragen gesteld over de mogelijkheid dat huurders uit een woning gezet kunnen worden indien de niet voldoet aan de verplichting tot betaling van de hypotheeklasten en de woning daarom door de hypotheekhouder, gewoonlijk een bank, openbaar wordt verkocht. Het antwoord zal moeten inhouden dat dit inderdaad mogelijk is indien bij de hypotheekakte uitdrukkelijk is bepaald dat het de hypotheekgever, dus in dit geval de verhuurder-eigenaar, niet is toegestaan de woning te verhuren. Dit volgt uit artikel 264 van boek 3 van het Burgerlijk Wetboek.
Dergelijke bedingen komen in het algemeen voor in hypotheekakten die gesloten worden voor koopwoningen. De praktische consequentie hiervan zal derhalve zijn dat, indien een eigenaar van een koopwoning die in beginsel bestemd is om door de eigenaar zelf te worden bewoond, deze verhuurt zonder dat de bank die de lening heeft verstrekt daar toestemming voor heeft gegeven, en vervolgens de bank niet betaalt en de woning daarom in opdracht van de bank wordt verkocht, het gevolg kan zijn dat daarom de huurde de woning uit moet.
Massale sloop woningen mogelijk in strijd met Mededingingswet
