|
|||||||||||
|
|||||||||||
|
20 mei 2008 Bijstand, gezamenlijke huishouding en samenwoningKort geleden is het probleem van de gezamenlijke huishouding bij bijstandsuitkeringen ook al ter sprake geweest, waarbij wij gezien hebben dat hier veel mis bij gaat en dat er veel misverstanden over bestaan. Ook hebben wij gezien dat, indien betrokkenen gehuwd geweest zijn of samen een kind hebben, bepalend is of sprake is van een gezamenlijk hoofdverblijf. In een uitspraak van 22 april 2008, gepubliceerd op 8 mei 2008, geeft de Centrale Raad van Beroep aan dat het aanhouden van afzonderlijke woonadressen niet aan het hebben van eenzelfde hoofdverblijf in de weg hoeft te staan. Hoewel dit al lang bekend was, is dit misschien ook wel een van de punten waar de meeste misverstanden over bestaan. In de hiervoor genoemde uitspraak van 22 april 2008 geeft de Centrale Raad van Beroep ook aan dat, als afzonderlijke woonadressen worden aangehouden, (wil de gemeente de uitkering kunnen beëindigen en eventueel terugvorderen) redelijkerwijs aannemelijk moet zijn dat, ondanks de afzonderlijke woonadressen een feitelijke situatie van samenwoning moet bestaan. Dit kan het geval zijn indien slechts een van de beiden woningen worden gebruikt of als op andere wijzen zodanig gebruik van de woningen wordt gemaakt dat in feite van samenwonen moet worden gesproken. Het kan dus niet zo zijn dat de term "gezamenlijke huishouding" zo ruim wordt uitgelegd dat hier ook sprake van is als geen sprake is van samenwonen. Uit deze uitspraak komt naar voren dat daarvoor niet voldoende is dat betrokkenen zich, bijvoorbeeld bij een bank, presenteren als echtpaar, dat administratie van de ene "partner" op het woonadres van de andere is aangetroffen en/of dat kleding van de ene "partner" in het woonadres van de andere is aangetroffen. Reken er overigens niet op dat het in orde is als U er zelf van overtuigd bent dat U niet samen woont. Veel mensen die zich hierin vergist hebben zijn hun uitkering kwijtgeraakt en in grote moeilijkheden gekomen.
|
|