Advocatenkantoor Mr. W. Nass

 

 

email nass@advocatenkantoornass.nl

Menu

Home

 

Contact

 

Kwaliteit

 

Bureaucratie

 

Nieuws

 

Dossiers

 

Links

Zoeken

 

 

 

|

Schuldsanering wsnp - maart 2011

Schuldsanering - wsnp, dit staat voor wet schuldsanering natuurlijke personen - biedt een mogelijkheid om in situaties waarin er anders geen uitzicht meer is, van schulden af te komen. De schuldsanering wordt door de rechtbank uitgesproken. Bij de aanvraag is hulp van de gemeente nodig, maar uit een uitspraak van de Hoge Raad van 5 november 2010 komt naar voren dat de rol van de gemeente ook kan worden overgenomen door een advocaat of bewindvoerder.

Als de schuldsanering wordt uitgesproken wordt er een bewindvoerder benoemd. De persoon die in de schuldsanering zit mag een klein bedrag per maand, in beginsel 90% van de bijstandsnorm, houden om van te leven. De rest gaat naar de bewindvoerder. Aan het einde van de schuldsanering verdeelt de bewindvoerder de ontvangen bedragen onder de schuldeisers. Ook het honorarium van de bewindvoerder wordt hieruit voldaan. Als degene die in de schuldsanering zat alle verplichtingen netjes is nagekomen, is hij of zij van de schulden af.

Bij de schuldsanering zijn er vele valkuilen, waarvan wij er hier een in het kort zullen noemen. Soms worden de inkomsten op een speciale rekening gestort en worden daaruit de vaste laten voldaan, waarna de schuldenaar een klein bedrag over houdt om van te leven. Soms ook ontvangt de schuldenaar alles en moet periodiek bedragen aan de bewindvoerder afdragen. Als de schuldenaar hier niet volledig aan voldoet, ontstaat er een boedelachterstand, die meestal niet meer is in te halen, ook niet door extra hard te werken. Iedere euro die er meer binnen komt betekent ook dat er een euro meer aan de bewindvoerder moet worden afgedragen. Gevolg is dat een achterstand meestal niet meer is weg te werken. Het gevolg hiervan kan zijn dat de schuldsanering wordt beëindigd zonder schone lei, zodat na de schuldsanering alle problemen opnieuw beginnen en de schuldenaar van de regen in de drup is gekomen. Daarom verdient het verre de voorkeur dat de inkomsten op een speciale rekening binnen komen en de schuldenaar - degene die in de schuldsanering zit - alleen de beschikking krijgt over de bedragen die bestemd zijn voor zijn of haar levensonderhoud.

Zie ook

Geen beëindiging WSNP. Boedelachterstand moet tijdens de verlenging worden ingelopen.

Verlenging wsnp wegens boedelachterstand

Artikel 288 van de Faillissementswet bepaalt o.a. dat het verzoek alleen wordt toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar ten aanzien van het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden in de vijf jaar voorafgaand aan de dag waarop het verzoekschrift is ingediend, te goeder trouw is geweest. Dit betekent bijvoorbeeld dat iemand die een schuld heeft laten ontstaan door inkomsten niet aan de sociale dienst op te geven, in het algemeen gedurende eerste vijf jaar daarna niet voor schuldsanering in aanmerking zal komen.

Er is een uitzondering: Lid 3 van artikel 288 van de Faillissementswet luidt als volgt: "Het verzoek kan in afwijking van het eerste lid, onder b, en het tweede lid, onder c, worden toegewezen indien voldoende aannemelijk is dat de schuldenaar de omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van zijn schulden, onder controle heeft gekregen.".

De vraag rijst wat wij ons kunnen voorstellen bij het onder controle krijgen van omstandigheden die bepalend zijn geweest voor het ontstaan of onbetaald laten van schulden. Een uitspraak van de Hoge Raad van 28 januari 2011 geeft hierover gedeeltelijk antwoord. Als omstandigheden die kunnen meebrengen dat een aanvrager ondanks het ontbreken van goede trouw ten aanzien van het ontstaan van sommige van zijn schulden dot de schuldsanering kan worden toegelaten worden hier genoemd: hij heeft geen café meer, hij drinkt en gokt niet meer, hij heeft geen auto meer, hij heeft een baan, hij woont bij zijn ouders in en hij heeft een baan. Deze uitspraak biedt aanknopingspunten die van nut kunnen zijn om te bepalen of het in een bepaald geval zin heeft om, ondanks dat er schulden zijn die niet te goeder trouw zijn aangegaan en nog geen 5 jaar verstreken is, toch al tot het aanvragen van schuldsanering over te gaan.

17 maart 2011