Advocatenkantoor Mr. W. Nass

 

 

email nass@advocatenkantoornass.nl

Menu

Home

 

Contact

 

Kwaliteit

 

Bureaucratie

 

Nieuws

 

Dossiers

 

Links

Zoeken

 

 

Bezoek ontvangen met een bijstandsuitkering?

Door gemeente verzonden post niet aangekomen?

Bekend is dat samenwonen een reden kan zijn tot beëindiging en terugvordering van een bijstandsuitkering indien degene met wie samen gewoond wordt inkomsten heeft of indien de gemeente niet over de samenwoning is ingelicht. Minder bekend is dat ook allerlei situaties die door de betrokkenen zelf niet als "samenwonen" worden gezien, tot ernstige problemen kunnen leiden. De sociale dienst zegt dan dat uit onderzoek is gebleken dat degene die bijstand ontvangt met een ander een gezamenlijke huishouding voert en dat niet heeft opgegeven. Dit is geregeld in artikel 3 van de Wet Werk en bijstand

Volgens lid 3 van dit artikel is van een gezamenlijke huishouding sprake indien twee personen hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben en zij blijk geven zorg te dragen voor elkaar door middel van het leveren van een bijdrage in de kosten van de huishouding dan wel anderszins. Een voorwaarde is dus dat zij hun hoofdverblijf in dezelfde woning hebben. "Hoofdverblijf" is in de praktijk een rekbaar begrip, rekbaarder dan veel mensen die een bijstandsuitkering ontvangen, denken. In de praktijk blijkt dat veel situaties die door de betrokkene niet als samenwonen worden gezien, door de gemeente wel als gezamenlijke huishouding worden aangemerkt. Gedacht kan worden aan gevallen waarin er een vriend of vriendin is die regelmatig op bezoek komt. Echt pijnlijk kan het worden als degene die bijstand ontvangt ziek is en iemand die regelmatig komt helpen wordt aangemerkt als een partner met wie een gezamenlijke huishouding wordt gevoerd.. Een voorkomend misverstand is het idee dat er niets aan de hand kan zijn zo lang de persoon die regelmatig op bezoek komt maar ergens anders woont en daar ingeschreven is. Als die persoon maar vaak genoeg op het woonadres van degene die bijstand ontvangt aanwezig is, kan gezegd worden dat deze daar zijn of haar hoofdverblijf heeft en dat een gezamenlijke huishouding gevoerd wordt.

Een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep van 5 juni 2013 geeft meer duidelijkheid over de vraag wanneer sprake is van een gezamenlijk hoofdverblijf. Onder punt 4.11 geeft de Centrale Raad van Beroep aan dat waar iemand hoofdverblijf heeft moet worden beantwoord aan de hand van concrete feiten en omstandigheden en dat afzonderlijke adressen niet aan hebben hoofdverblijf in dezelfde woning in de weg hoeft te staan. Dat was al bekend. Dat geldt niet voor wat daarna komt. De Centrale Raad van Beroep geeft aan dat er een feitelijke situatie van samenwoning moet bestaan. Dat kan het geval zijn als slechts een van de ter beschikking staande woningen gebruikt wordt of als op andere wijze zodanig van de woningen gebruik wordt gemaakt dat in feite van samenwonen moet worden gesproken. Dat betekent dus dat er geen plaats meer zou moeten zijn voor situaties die niet als samenwoning kunnen worden aangeduid maar toch als gezamenlijke huishouding moeten worden aangemerkt. Concreet betekent dit dus dat geen gezamenlijk hoofdverblijf en dus geen gezamenlijke huishouding kan worden aangenomen als de ene persoon alleen vaak bij de ander op bezoek komt, maar niet gesteld is dat er een feitelijke situatie van samenwonen bestaat.

Onder punt 4.4. zegt de Centrale Raad van Beroep ook nog iets over waar een bestuursorgaan - overheidsorgaan - aan moet voldoen om aannemelijk te maken dat post is verzonden en bij de geadresseerde aangekomen. "De omstandigheid dat per post verzonden stukken in de regel op het daarop vermelde adres van de geadresseerde worden bezorgd, rechtvaardigt het vermoeden van ontvangst van het besluit of ander relevant document op dat adres. Dit brengt mee dat het bestuursorgaan in eerste instantie kan volstaan met het aannemelijk maken van verzending naar het juiste adres." zo oordeelt de Centrale Raad van Beroep. Het ging hier om een uitnodiging voor een hoorzitting, maar het kan bijvoorbeeld ook gaan om een beschikking waarbij een bijstandsuitkering met terugwerkende kracht over een periode van 10 jaar ongedaan wordt gemaakt en van de geadresseerde teruggevorderd. Een dergelijke beschikking is onherroepelijk indien er niet binnen 6 weken een bezwaarschrift tegen is ingediend. Dit standpunt zou aan herziening toe moeten zijn nu steeds meer postbodes worden ontslagen en hun werk wordt overgenomen door mensen met een bijstandsuitkering die op grond van artikel 9 van de Wet Werk en Bijstand verplicht worden onbetaald met behoud van uitkering werkzaamheden te verrichten. Dit wordt ook wel "dwangarbeid" genoemd.

Behalve aan de eis van een gezamenlijk hoofdverblijf, moet om een gezamenlijke huishouding te kunnen aannemen, ook voldaan zijn aan de eis van wederzijdse zorg. In een uitspraak van 16 juli 2013 oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat daaraan niet was voldaan en dat daarom geen gezamenlijke huishouding kon worden aangenomen.

21 oktober 2013

 

|