Advocatenkantoor Nass

Dwangarbeid en postbezorging

De dwangarbeid in Delft wordt georganiseerd vanuit Werkse , waarvan het werkgeversserivcepunt Delft een onderdeel is. Werkse is zoiets als het Werkleerbedrijf in Eindhoven.

Werkse heette vroeger Combiwerk Arbeidsintegratie. Werkse zegt kandidaat-werknemers met meer of minder afstand tot de arbeidsmarkt te begeleiden naar een plaats op de reguliere arbeidsmarkt. Als gesproken wordt van mensen met afstand tot de arbeidsmarkt worden daarmee mensen met een bijstandsuitkering die verplicht te werk gesteld worden, in de wandeling dwangarbeiders genoemd, bedoeld. Iemand met een bijstandsuitkering is op grond van een op 15 juli 2013 met, toen nog, Combiwerk Arbeidsintegratie (Combiwerk) gesloten overeenkomst voor twee maanden verplicht gaan werken als postsorteerder op een werkervaringsplek bij PostNL. In de overeenkomst stond dat tegen het einde van deze termijn zou worden bepaald of de deelnemer in aanmerking komt voor een tijdelijke arbeidsovereenkomst bij Combiwerk voor PostNL. Het lijkt er dus op dat de betrokkene een kans zou maken om na het einde van die twee maanden voor een arbeidsovereenkomst voor Post NL in aanmerking te komen, maar wel nog altijd bij of via Combiwerk en tijdelijk.

In de overeenkomst waren voorts de huisregels van PostNL van toepassing verklaard. Hierin staat dat alle medewerkers te allen tijde het gebouw binnenkomen en verlaten via de entree en dat het zonder toestemming van een leidinggevende niet is toegestaan om (tijdelijk) het gebouw te verlaten, ook niet kortstondig via een deur of een nooduitgang. Voorts staat in de huisregels dat door een externe beveiligingsorganisatie op onregelmatige tijden visitaties worden gehouden, waaraan iedereen verplicht is mee te werken.

Omdat het hier ging om huisregels van PostNL, moet worden aangenomen dat deze huisregels, die de tewerkgestelde verplichten zich aan visitaties te onderwerpen en de tewerkgestelde verbieden het pand zo maar te verlaten, niet alleen in Delft, maar in het gehele land gelden en dat de door de gemeente tewerkgestelde (de dwangarbeider) verplicht is zich op straffe van uitsluiting of verlaging van de bijstandsuitkering, hieraan te onderwerpen

Op 9 augustus 2013 heeft betrokkene een beveiligingsknop gebruikt om het pand van PostNL te verlaten omdat hij met zijn personeelspas de buitendeur niet kon openen (eerste incident). Dit werd als ernstig gezien. Hij heeft hiervoor zijn excuses aangeboden.

Blijkbaar was het pand op een zodanige manier afgesloten dat het voor een tewerkgestelde niet mogelijk was het pand zelfstandig te verlaten, anders dan door het gebruik van de veiligheidsknop.

Vijf dagen later, op 14 augustus 2013, wilde hij opnieuw het pand verlaten. Een beveiliger wilde hem visiteren. Zie hier voor een uitleg wat dat visiteren zou kunnen inhouden. De beveiliger wilde zich niet legitimeren, waarna het betrokkene werd belet het pand te verlaten, wat voor hem een reden was om de politie te bellen.

Voor de gemeente was dit een reden om de bijstandsuitkering gedurende een maand met 100% te verlagen, wat betekent dat hij gedurende een maand, hoewel hij wel moest werken, zonder geld zou zitten.

De Centrale Raad van Beroep oordeelde dat uit het bepaalde in het achtste lid van artikel 9 van de Wet particuliere beveiligingsorganisaties en recherchebureaus voortvloeit dat de personen die belast zijn met beveiligingswerkzaamheden bij de uitvoering van hun werkzaamheden een legitimatiebewijs bij zich dienen te dragen en dit op verzoek tonen en dat betrokkene daarom komt het recht toe komt een beveiliger te verzoeken zijn legitimatiebewijs te tonen, alvorens visitatie door die beveiliger te ondergaan.

Wel oordeelde de Centrale Raad van Beroep dat betrokkene, toen de bewaker zich niet legitimeerde, zonder visitatie het pand wilde verlaten en toen hem dat werd verhinderd, de politie belde, disproportioneel handelde. Volgens de Centrale Raad van Beroep had hij ook op andere wijze aandacht voor het onprofessionele gedrag van de bewaker kunnen vragen. Ook nam de Centrale Raad van Beroep verminderde verwijtbaarheid aan omdat betrokkene, doordat de bewaker weigerde zich te legitimeren, voor de vraag kwam te staan hoe hij daar adequaat op moest reageren. Dit leidde ertoe dat de aanvankelijk opgelegde verlaging van de uitkering met 100% werd beperkt tot een verlaging voor een maand van 50%.

Zie hier de uitspraak.

In Tilburg vindt de postbezorging plaats door de Diamant-groep, althans dat was in 2013 het geval voor wat betreft de post van de gemeente.

De Diamant-groep presenteert zich als een leerwerkbedrijf dat bijdraagt aan participatie van mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt.

Bij besluit van 18 november 2013 had de gemeente Tilburg de bijstandsuitkering van een burger met ingang van 5 november 2013 ingetrokken. Op 6 januari 2014 had betrokkene bezwaar gemaakt tegen dit besluit. De gemeente had het bezwaarschrift niet ontvankelijk verklaard omdat het te laat was ingediend. De betrokkene zei dat hij de beschikking pas later had ontvangen. De beschikking was eerst op een ander adres aangekomen en later door een bewoner van dat adres aan de geadresseerde gegeven.

De Centrale Raad van Beroep gaf aan dat, indien de geadresseerde zegt een niet aangetekend stuk niet te hebben ontvangen, het in beginsel aan het bestuursorgaan is om aannemelijk te maken dat het besluit wel door de geadresseerde is ontvangen. De Centrale Raad van Beroep voegde daar ook aan toe dat de omstandigheid dat per post verzonden stukken in de regel op het daarop vermelde adres van de geadresseerde worden bezorgd, het vermoeden van ontvangst van de brief op dat adres. rechtvaardigt Dit brengt mee dat het bestuursorgaan in eerste instantie kan volstaan met het aannemelijk maken van verzending naar het juiste adres, zo gaf de Centrale Raad van Beroep aan.

Wordt dit anders nu de postbezorging steeds meer door de zgn. dwangarbeiders wordt overgenomen?

De Centrale Raad van Beroep geeft een omschrijving van de werkwijze die gevolgd wordt bij verzending van post die bestemd is voor een geadresseerde binnen de gemeente Tilburg en bezorgd wordt door de Diamant-groep. Volgens de Centrale Raad van Beroep gaf deze werkwijze onvoldoende waarborgen om aan te kunnen nemen dat het besluit van 18 november 2013 op 19 november 2013 door een medewerker van de Diamant-groep op het adres van appellant is bezorgd. De Centrale Raad van Beroep gaf daarbij aan dat de gemeente noch de Diamant-groep beschikt over een deugdelijke verzendadministratie, waarbij een duidelijk verband is verzekerd tussen het plaatsen van een verzendstempel en de daadwerkelijke verzending van het besluit. De Centrale Raad van Beroep legt geen verband met de omstandigheid dat het werk door dwangarbeiders gedaan wordt, maar dat betekent niet dat dat verband er niet was.

Zie hier de uitspraak.



28 oktober 2016